Inloggen
Aardrijkskunde
Filters

Groep

Vak

Type

Online oefenen > Doorstroomtoets - Rekenen - Getalbegrip > Hele getallen
Welk getal is het grootst of het kleinst?
Groep 8
Online oefenen > Doorstroomtoets - Rekenen - Getalbegrip > Kommagetallen
Welk kommagetal moet bij de pijl staan?
Groep 8
Werkbladen > Regelwoorden > Schrijf de verkleinwoorden > Verkleinwoorden op -aatje, -ootje, -uutje en -eetje > Maak zelf de verkleinwoorden > Maak van de woorden verkleinwoorden
Maak een verkleinwoord met -aatje, -ootje, -uutje of -eetje
Groep 7
Op dit werkblad oefen je hoe je verkleinwoorden maakt. Je gaat aan de slag met regelwoorden en past de regels toe om van normale woorden verkleinwoorden te maken. Denk daarbij aan de uitgangen -aatje, -ootje, -uutje en -eetje. Zo word je beter in het schrijven van deze woorden. Veel succes!
Werkbladen > Net-als-woorden > Schrijf je -eer-, -oor- of -eur-? > Herken de woorden met -eer-, -oor- of -eur-
Waar lees je -eer-? Kruis aan
Groep 5
Waar lees je woorden met -eer-? Zoek in elke rij het woord waarin je deze klank leest. Zet hier een kruisje. Veel plezier met oefenen!
Werkbladen > Hoorwoorden > Schrijf je -oe-, -eu-, -ui- of -ie-? > Schrijf de woorden in de goede zin op met -oe-, -eu-, -ui- of -ie-
Zet de woorden in de goede zin
Groep 5
Op dit werkblad oefen je met de hoorwoorden die -oe-, -eu-, -ui- of -ie- bevatten. Je leest zinnen waarin woorden ontbreken. Jij moet bedenken welk woord en welke zin past. Zorg ervoor dat de zinnen goed lopen. Zo word je steeds handiger in het spellen en herkennen van deze woorden. Denk goed na over de klanken die je hoort en schrijf het juiste woord op de stippellijn in de zin.
Werkbladen > Regelwoorden > Schrijf de samenstellingen > Herken de samenstellingen
Waar lees je een samenstelling? Kruis aan
Groep 4
Met dit werkblad oefen je met het herkennen van samengestelde woorden. Een samengesteld woord bestaat uit twee of meer woorden. Oefen met dit werkblad en herken de woorden, kruis het goede woord aan.
Werkbladen > Weetwoorden > Schrijf je -s- of -z- en -f- of -v-?
Maak het woord in de zin af met -s- of -z-
Groep 6
Met dit werkblad ga je oefenen met woorden die beginnen met de letters -s- en -z-. Je leest woorden waar de -s- en -z- in ontbreekt. Jij moet zelf bedenken welke letter op de stippellijn hoort om het woord goed te schrijven.
Werkbladen > Weetwoorden > Schrijf je -g- of -ch-?
Kruis het woord aan met -g- of -ch-
Groep 5
Met dit werkblad oefen je wanneer je in woorden een -g- of een -ch- schrijft. Het is soms best lastig om te weten wanneer je welke letters schrijft, omdat ze hetzelfde klinken. Kijk naar de vraag en kruis daarna het juiste woord met een -g- of -ch- aan. Zo onthoud je steeds beter welke woorden je met een -g- en welke je met een -ch- schrijft.
Werkbladen > Weetwoorden > Schrijf je -ei- of -ij-?
Kleur alle woorden met -ei- of -ij-
Groep 4
Op dit werkblad oefen je met weetwoorden met -ei- en -ij-. Lees alle woorden en kleur de woorden met -ei- en -ij- in. Zo oefen jij om deze woorden te herkennen. Veel succes!
Werkbladen > Weetwoorden > Schrijf je -g- of -ch-?
Maak het woord in de zin af met -g- of -ch-
Groep 8
Met dit werkblad oefen je met -g- en -ch-. Je leest zinnen en kiest welke letter op de open plek past. Maak het woord op de juiste manier af. Door dit veel te oefenen, leer je wanneer je een -g- of -ch- moet schrijven.