Inloggen
Aardrijkskunde
Filters

Groep

Vak

Type

Werkbladen > Regelwoorden > Schrijf de verkleinwoorden > Verkleinwoorden: Laat het zien! > Maak van de woorden verkleinwoorden
Maak van het dikgedrukte woord een verkleinwoord
Groep 6
Op dit werkblad oefen je met het maken van verkleinwoorden. Je gaat aan de slag met het maken van verkleinwoorden van de dikgedrukte woorden die in de zinnen staan. Schrijf de verkleinwoorden op de antwoordlijnen.
Werkbladen > Weetwoorden > Schrijf je f- of v-?
Schrijf het woord in de zin
Groep 4
Op dit werkblad oefen je wanneer je een f- of een v- moet schrijven aan het begin van een woord. Je krijgt verschillende zinnen waar een woord in mist. Aan jou om te bedenken welk weetwoord daar hoort.
Werkbladen > Weetwoorden > Schrijf je -s- of -z- en -f- of -v-?
Schrijf het woord met -f- of -v- in de zin
Groep 7
Op dit werkblad oefen je wanneer je een -f- of een -v- moet schrijven in woorden. Je krijgt verschillende zinnen waar een woord in mist. Aan jou om te bedenken welk weetwoord daar hoort. Let goed op of het woord met een -f- of een -v- geschreven wordt! Zo oefen je met spelling.
Werkbladen > Regelwoorden > Schrijf je -t- of -d-? > Schrijf de woorden in de goede zin op met -t- of -d-
Zet de woorden in de goede zin
Groep 7
Op dit werkblad oefen je met regelwoorden met een -t- of een -d-. Je leest zinnen waar een woord in ontbreekt. Het is jouw taak om te bepalen welk woord met een -t- of een -d- op de lege plek hoort. Lukt het jou om alle zinnen goed af te maken?
Werkbladen > Weetwoorden > Schrijf je -g- of -ch-?
Onderstreep alle woorden met -ch-
Groep 6
Op dit werkblad ga je alle woorden onderstrepen met -ch-. Lees alle zinnen goed door. In elke zin zoek je naar het woord dat je met -ch- schrijft. Zet daar een streep onder. Veel plezier met oefenen!
Werkbladen > Weetwoorden > Schrijf je -ei- of -ij-?
Kleur alle woorden met -ei- of -ij-
Groep 6
Op dit werkblad oefen je weetwoorden met -ei- en -ij-. Je krijgt verschillende woorden te zien en jouw taak is om alle woorden met -ei- of -ij- in te kleuren. Het is goed om dit te oefenen, omdat de -ei- en -ij- hetzelfde klinken en je dus moet onthouden wanneer je welke schrijft.
Werkbladen > Regelwoorden > Schrijf je be-, ge- ver- of te-? > Schrijf de woorden in de goede zin op met be-, ge-, ver- of te-
Schrijf de woorden in de goede zin
Groep 6
Met dit werkblad oefen je regelwoorden met de voorvoegsels be-, ge-, ver- of te-. Je gaat oefenen door het juiste woord in te vullen in de zinnen. Maak goedlopende zinnen met deze woorden. Veel succes!
Werkbladen > Regelwoorden > Schrijf je be-, ge- ver- of te-? > Schrijf de woorden in de goede zin op met be-, ge-, ver- of te-
Schrijf de woorden in de goede zin
Groep 5
Met dit werkblad ga je oefenen met de voorvoegsels be-, ge-, ver- of te- in woorden. Je leest zinnen waar een woord in ontbreekt. Jij kiest het juiste woord met een van de voorvoegsels en vult dit in op de lege plek in de zin.
Werkbladen > Weetwoorden > Schrijf je -ou- of -au-?
Onderstreep alle woorden met -ou- of -au-
Groep 4
Op dit werkblad oefen je met weetwoorden met -ou- en -au-. Je zoekt naar de woorden met -ou- of -au- in de zin en onderstreept deze. Succes met oefenen!
Werkbladen > Weetwoorden > Schrijf je -c-, -s- of -k-?
Maak de woorden af met -c-, -s- of -k-
Groep 6
Met dit werkblad oefen je met weetwoorden die een -c-, -s- of -k- bevatten. Je leest woorden die nog niet af zijn. Jij mag ze compleet maken door een van deze drie letters in te vullen.